Marihuana en cannabis roepen nog steeds controverses op. Steeds meer landen, en staten in de VS, hebben beperkingen aan het gebruik van cannabis opgeheven. Maar de effecten op lichaam en geest van de mens zijn nog lang niet duidelijk. Deels doordat marihuana variabel van samenstelling is, met veel mogelijk psychoactieve componenten. En deels door gebrek aan adequaat onderzoek. Zelfs al blijken cannabinoïden, stoffen uit de cannabisplant, ook lichaamseigen stoffen te zijn.
Lichaams-eigen stoffen
Deze week schreef de Amerikaanse journalist Naseem S. Miller een grondig stuk over marihuana op het blog The Journalist’s Resource. Ze bespreekt wat onderzoekers tot nu toe weten over het effect van de psychoactieve stof op de gezondheid. Ze maakt gebruik van vele studies. Waaronder twee recente: ‘Cannabis Use and Related Disorders’ van de (Amerikaanse) National Press Foundation, en ‘Cannabis: Health Effects and Regulatory Issues’ van SciLine.
Recent onderzoek laat zien dat veel cannabinoïden ook lichaamseigen stoffen zijn voor de mens. Ze maken deel uit van ons endocannabinoïde systeem. Dit regelt fysiologische en cognitieve processen in ons lichaam, waaronder waarschijnlijk vruchtbaarheid, zwangerschap, pre- en postnatale ontwikkeling, onderdelen van het immuunsysteem, trek, pijnervaring, stemmingen en geheugen. Er zitten receptoren voor cannabinoïden in vele organen. Op de site biofuelsdigest.com vraagt Roy Lipsky zich dan ook af: waarom hebben we niet meer gebruik gemaakt van deze groep waardevolle – en opvallend veilige – stoffen?
Onze kennis van marihuana is erg onvolledig
De laatste tientallen jaren is het gebruik van cannabis in veel landen gestegen. In Nederland heeft zo’n 20% van de volwassen bevolking ooit marihuana in een of andere vorm gebruikt. In 2019 had in de VS zo’n 17,5% van de bevolking het afgelopen jaar de stof tot zich genomen. Het gebruik van cannabis wordt steeds verder gelegaliseerd. De stof is nu geheel legaal in Canada en Uruguay. In veel landen, waaronder Zuid-Afrika, Zwitserland, Tsjechië, België en Nederland, is het gebruik van cannabis toegestaan (wettelijk of in de praktijk), hoewel er nog beperkingen zijn aan de handel. In de VS hebben 36 staten wetten goedgekeurd die medisch gebruik van marihuana of cannabis toestaan. In veel staten in de VS vindt een debat plaats over legalisatie en decriminalisering.
‘Toch loopt het onderzoek naar de medische voordelen, of gevaren, achter bij de toenemende beschikbaarheid van cannabisproducten,’ schrijft Miller. Wat weten we eigenlijk over de effecten van marihuana op lichaam en geest van de mens? Erg weinig, zo blijkt, en de kennis die we hebben is weinig precies. Cannabisplanten bevatten meer dan 100 cannabinoïden, onderling verwante stoffen met mogelijk psychoactieve effecten. Tot nu toe zijn slechts twee cannabinoïden goed onderzocht: tetrahydrocannabinol, of THC, en cannabidiol, of CBD. Andere cannabinoïden als cannabinol, cannabigerol en cannabidivarin zijn alleen bij dieren bestudeerd. Cannabisplanten bevatten bovendien terpenen, stoffen met sterke geuren en smaken, die ook alleen nog maar bij dieren zijn bestudeerd en niet bij mensen. Kortom, er is veel wat wij niet weten.
Marihuana bestaat uit vele stoffen
Waardoor schiet onze kennis dan zo tekort? Vooral om twee redenen, zegt Miller. Ten eerste is de cannabisplant complex. Het aantal interessante stoffen is heel groot, hun concentraties verschillen, en elk daarvan zouden we moeten bestuderen om een compleet beeld te krijgen. Om het nog moeilijker te maken, cannabisplanten kunnen op veel manieren worden bewerkt voor consumptie, inclusief de bereiding van hasjiesj en hasjiesjolie. De tweede oorzaak: de strenge wetten die misbruik van de stof moeten tegengaan en die daardoor het onderzoek bemoeilijken. Onderzoekers moeten aan heel veel regels voldoen. Bovendien is het gehalte aan THC, algemeen gezien als de belangrijkste psychoactieve component, de afgelopen decennia sterk gestegen. Vooral om de zware gebruikers tegemoet te komen. Deze gebruiken het overgrote deel van de marihuana, hoewel ze maar 20% van de totale gebruikers uitmaken. Dit bemoeilijkt gestandaardiseerde studies naar de effecten. Maar het aandeel CBD schijnt in de loop van de tijd onveranderd te zijn gebleven.
Aan cannabis worden positieve effecten toegeschreven bij de behandeling van pijn, angst en stress. Toch is er niet één studie die dit duidelijk aantoont. Er zijn zeker aanwijzingen voor – maar er is eenvoudigweg geen methodologisch correct onderzoek. Aan de andere kant zijn er wél duidelijke aanwijzingen dat het gebruik van grotere hoeveelheden cannabis ‘psychosen kan veroorzaken – zichtbare en hoorbare hallucinaties, paranoia en bij sommigen, verward denken.’ Bovendien is marihuana tot op zekere hoogte verslavend; men schat dat één op de tien gebruikers verslaafd zal raken.
Vooral pubers zijn kwetsbaar
Uit onderzoek blijkt dat vooral pubers vatbaar zijn voor negatieve gevolgen van het gebruik van marihuana. Hun kans op verslaving is groter. Volgens Miller heeft dat te maken met de manier waarop de hersenen volwassen worden. ‘De hersenen worden van achter naar voren volwassen,’ schrijft ze. ‘De voorhoofdskwabben, die ons denken bepalen, net als doelgericht handelen, kennis en impulsbeheersing, worden pas volwassen bij 26 jaar, en ze zijn daardoor kwetsbaar in de puberteit.’ Bij een studie in Australië en Nieuw-Zeeland bleek dat mensen die flinke hoeveelheden cannabis gebruiken op jonge leeftijd, minder vaak hun middelbare school afmaken of naar de universiteit gaan; ze doen vaker zelfmoordpogingen en zijn vatbaarder voor verslaving aan cannabis en andere middelen.
De regulering van cannabisproducten schiet nog sterk tekort – dat blijkt uit een vergelijking met regels rond alcohol en tabak. Er zijn geen beperkingen aan inhoudsstoffen. Het belastingtarief is niet afhankelijk van de sterkte van de cannabis. Vaak zijn er geen regels over advertenties voor deze producten. Er zijn duidelijk betere regels nodig rond cannabis. Maar om deze te ontwikkelen moet cannabis in dezelfde categorie worden gezien als alcohol en tabak – niet als stof die moet worden verboden.
Een nieuw hoofdstuk?
Maar dan creëert de eerder genoemde Roy Lipsky misschien een nieuw hoofdstuk in het cannabisverhaal. Volgens biofuelsdigest.com werkt hij met zijn bedrijf Creo aan een manier om de potentie van marihuana te ontwikkelen zonder problemen met de wet. Namelijk door fermentatie, daar komt geen cannabisplant meer aan te pas. Helaas geeft Creo verder geen details; ze antwoorden niet op onze vragen. Maar het succesvolle biotechnologische bedrijf Genomatica is grootaandeelhouder van Creo – en dus hebben ze een micro-organisme zó bewerkt dat dit cannabinoïden maakt. Voorlopig nog alleen cannabigerol (CBG); beschouwd als de ‘moeder van de cannabinoïden’ omdat dit de grondstof is voor alle soortgelijke stoffen die de cannabisplant maakt.
Heeft Lipsky de genetische informatie voor één of meer cannabinoïden in een micro-organisme gezet? Laten ze die het werk doen? Zo ja, dan ontstaan er meestal zuivere producten, waaraan je snel onderzoek op klinische waarde kunt doen. Langs deze weg zou het bedrijf de constante zuiverheid van zijn producten kunnen verzekeren, net als schaalbaarheid van de productie en verzekerde werking. Allemaal eigenschappen die klanten op prijs stellen, net als overheden betrokken bij vergunningverlening. Dit zou een nieuw hoofdstuk kunnen vormen in het cannabisverhaal. Cannabinoïden kunnen worden gebruikt in voedsel en dranken, in schoonheidsproducten en bij therapieën. Lipsky moet, zoals hij zelf zegt, nog wel onkunde en scepsis over cannabinoïden bij het publiek overwinnen. Maar bij gebrek aan details kunnen we daar op dit moment niets méér over zeggen.
Interessant? Lees dan ook:
Cannabis: een nieuwe commerciële kans
De vele gedaantes van hennep
Nieuwe antibiotica – hun ontwikkeling stagneert. Waarom?
Puik stuk!