Lowtech en zijn betekenis voor duurzaamheid

Veel voorstanders van duurzaamheid menen dat we vooral duurzamer kunnen worden met hightech oplossingen. Zoals elektrische auto’s in plaats van die oude, die alleen maar fossiele brandstoffen opmaken. Wij schreven zelfs een boek over deze ‘groene groei’. Maar we moeten ook kijken naar de mogelijkheden van lowtech.

lowtech
De principes van lowtech zijn doelmatigheid, lange levensduur en toegankelijkheid. Arthur Keller and Emilien Bournigal/Wikimedia. Klik om te vergroten.

Materiële grenzen

In The Conversation stond kort geleden een stuk over lowtech en duurzaamheid, door Chris McMahon. Voor lowtech bestaan twee soorten argumenten: materiële en geestelijke. Aan de materiële kant, zo betoogt McMahon, zal hightech waarschijnlijk toekomstige grondstoftekorten veroorzaken. Het argument van het rapport Grenzen aan de Groei, maar in een nieuw jasje. Inderdaad: veel moderne apparaten bevatten materialen die schaars kunnen worden. Apparaten als smartphones, televisies en motoren. Er komen er steeds meer van en ze gebruiken veel materialen als koper, kobalt, lithium en zeldzame aardmetalen. De voorraad daarvan is eindig, maar bovendien hebben we veel energie nodig voor hun winning en zuivering; waarvoor opnieuw materialen nodig zijn.

Nog problematischer is dat veel van deze apparaten moeilijk te recyclen zijn. De meeste apparaten worden niet ontworpen met het oog op recycling. Het gaat bovenal om hun functionaliteit. Daardoor worden er vaak veel verschillende materialen en elementen gebruikt. Smartphones kunnen wel 30 verschillende elementen bevatten, de meeste in heel kleine hoeveelheden. Zelfs met zeer goede recyclingtechnieken zal het terugwinnen van die elementen erg moeilijk (en duur) zijn. Met een groeiende economie zullen we waarschijnlijk steeds méér van die elementen nodig hebben. En dan is er de vervuiling, nog een probleem dat we niet onder controle hebben. Noch in de oceanen, noch in de atmosfeer. Gaan we die kant op met hightech?

SchumacherDe geestelijke kant

Bij de alternatieven voor economische groei legt men vaak de nadruk op eenvoud en stevigheid, plaatselijke nijverheid en traditionele of oude technieken. Met veel waardering voor gemeenschapszin en sociale verbanden. Dat hoeft niet per se een terugkeer naar een voorindustriële levensstijl te betekenen, maar wel een herwaardering van de kwaliteit van leven. De oudere lezers zullen dan denken aan de Britse econoom E.F. Schumacher. Zijn boek Small is Beautiful (Houd het klein) uit 1973 was méér dan een kritiek op de moderne technologie. Hij was een voorstander van eenvoud, en gebruik van lokale, betaalbare en doelmatige (zogenoemd ‘intermediaire’) technologieën.

Een van de moderne voorvechters van deze filosofie is de Franse ingenieur Philippe Bihouix. Zijn boek The Age of Low Tech, gepubliceerd in 2014, geeft een beeld van het leven in een lowtech samenleving, waar ook de consumptie radicaal is verminderd. Het boek werd besproken op de sites resilience.org en climateforesight.eu. Bihouix bekritiseert het idee in onze samenleving dat alles technisch kan worden opgelost, ‘techno-solutionism’. Hij denkt niet dat we onze problemen echt kunnen oplossen met dezelfde processen die aan de basis hebben gestaan van de groei van de industrie. Westerlingen zien meestal niet de negatieve kanten van ‘vooruitgang’. Enorme datacenters, laagbetaald werk in de textielindustrie, enorme mijnen. Zelfs duurzame technologieën hebben veel uitputbare grondstoffen nodig, zoals zeldzame aardmetalen.

recycling
Recycling in Singapore. Foto: Uwe Aranas Wikimedia Commons.

Lowtech oplossingen

We moeten in plaats daarvan gebruik maken van lowtech oplossingen, vindt Bihouix. Met drie richtlijnen.
– Maak recycling gemakkelijk: ontwerp producten met het oog op een nieuw leven nadat ze zijn afgedankt.
– Maak producten steviger en repareerbaar: geen productie van eemalige goederen meer. Computers bijvoorbeeld kunnen we zó ontwerpen dat ze gemakkelijk uit elkaar kunnen worden genomen als ze het niet meer doen; dan zouden we onderdelen kunnen hergebruiken. Hét voorbeeld van een lowtech gebruiksvoorwerp is de fiets. Ja, er komen steeds nieuwe ontwerpen. Maar iedereen kan ze repareren, hun basistechnologie is lowtech.
– Deze twee vereisten moeten worden ondersteund door wetgeving. Zodat consumptieartikelen worden gestandaardiseerd en opnieuw gebruikt kunnen worden. We zouden bijvoorbeeld 160.000 ton afval minder hebben als we alle versleten autobanden niet zouden weggooien, maar opnieuw zouden bekleden.

Bihouix formueert zeven ‘geboden’ van de lowtech beweging. We moeten onder meer voorzichtig zijn met automatisering (vooral als arbeid wordt vervangen door energiegebruik). En in het algemeen: we moeten de prestaties van een technologie afwegen tegen zijn milieueffecten, zodat wij ons gebruik van de natuur terugdringen. Bovenal moeten we onmatige of overbodige consumptie vermijden. We zouden de vele eenvoudige, poëtische en filosofische geneugten moeten herontdekken van een opnieuw krachtige natuur.

Meer lowtech

Lowtech krijgt steun. McMahon noemt de Belgische schrijver Kris De Dekker. Zijn online Low-Tech Magazine heeft sinds 2007 een inventarisatie gemaakt van lowtech oplossingen, zoals het verwarmen van gebouwen met wrijvingswarmte gemaakt door windturbines. Opmerkelijk genoeg onderzoekt dit tijdschrift ook verouderde technieken die nog altijd zouden kunnen bijdragen aan een duurzame samenleving. Zoals hagen van fruitbomen die in de 17e eeuw werden gebruikt in België; daarmee werd een warm microklimaat geschapen waarin mediterraan fruit kon groeien. McMahon bespreekt ook het werk van de Amerikaanse architect en geleerde Julia Watson. Haar boek Lo-TEK (waar TEK betekent Traditional Ecological Knowledge) onderzoekt traditionele technieken; van gebruik van riet als bouwmateriaal tot waterzuivering in aangelegde moerassen. Dit werk lijkt veel op dat van Gunter Pauli. Hij is een Belgische ingenieur die het bedrijf Ecover oprichtte, het eerste bedrijf op het gebied van duurzame wasmiddelen. Nu werkzaam als adviseur op het gebied van duurzaamheid.

Intussen is er volgens McMahon in Japan een herwaardering aan de gang van de technieken van hergebruik en recycling uit de Edo periode. ‘Van 1603 tot 1867 was het land vrijwel gesloten voor de buitenwereld. En dat terwijl Japan maar heel weinig grondstoffen heeft. Daardoor werden hergebruik en reparatie overal toegepast; zelfs bij artikelen als gebroken aardewerk of versleten werktuigen, die wij nu als afval beschouwen. Er waren gespecialiseerde reparateurs, die alles herstelden, van papieren lantaarns en boeken tot schoenen, pannen, paraplu’s en kaarsen.’

Veerkracht is de nieuwe vooruitgang

Bij het lezen over lowtech valt nog iets op. Vaak zijn lowtech oplossingen veerkrachtiger dan hightech oplossingen. In het geval van klimaatverandering zou dat belangrijk kunnen zijn. Lees hier het verhaal van de manier waarop lowtech landbouw Afrikaanse boeren kan beschermen tegen klimaatverandering. Lowtech is niet verdwenen met Schumacher. Zijn leerlingen verkondigen nog steeds de boodschap.

Interessant? Lees dan ook:
Industrieel hout, de nieuwe technologie
Stro, een zeer goed bouwmateriaal
Zeewier, bron van voedsel, diervoer en chemicaliën

(Visited 366 times, 1 visits today)

Plaats een reactie