Welke maatregelen kan de overheid het beste nemen om duurzame innovatie te bevorderen? Innovatiesubsidies? Hoge belastingen op vervuilende activiteiten? Strenge milieunormen? Empirisch onderzoek bewijst: strenge milieunormen werken het best. Verreweg het best zelfs. En ze kosten het minst. Belangrijk resultaat, nu nog een aantal sectoren sterk en snel moet verduurzamen: bouw, industrie, luchtvaart.
Onderzoek aan 34.000 patenten
Streng zijn werkt het best, zo blijkt uit het onderzoek van Rik Rozendaal en Herman Vollebergh van Tilburg University. ‘Strenge normen werken heel goed. Je hebt eigenlijk geen innovatiesubsidies meer nodig,’ zegt Vollebergh tegen NRC Handelsblad. Hij en zijn promovendus Rozendaal onderzochten duurzame innovatie in de autosector. Gestimuleerd door subsidies, belastingen en normen.
Welke maatregelen werkten het beste bij vergroening van de sector? De onderzoekers gingen niet over één nacht ijs. Voor hun conclusie onderzochten ze ruim 34.000 patenten, toegekend aan ruim 3.600 autofabrikanten tussen 2000 en 2016. Subsidies zijn momenteel het favoriete beleidsmiddel. Maar wat blijkt? Zulke subsidies zorgen voor nieuwe patentaanvragen, en dus uitvindingen. Maar ze zorgen niet voor daadwerkelijke toepassing. In de jaren negentig gaf de Europese Unie bijvoorbeeld veel subsidies voor duurzame innovatie in auto’s. Dat had effect: het aantal patentaanvragen steeg. Maar toepassing bleef vaak achterwege. Uiteindelijk hadden de subsidies dus géén effect. Ze hadden wel effect in Japan. Want daar gaf de overheid niet alleen subsidie; zij dwong ook toepassing af met strenge milieunormen. Met als gevolg duurzame innovatie: daar werden de eerste auto’s met hybride motoren ontwikkeld en op de markt gebracht.
Effectiviteit van strenge milieunormen
Toch blijven subsidies het favoriete instrument van overheden. ‘Ik snap niet waarom,’ zegt Vollebergh; maar de reden lijkt me voor de hand te liggen: lobby van de betrokken bedrijven. Beter geld binnen te krijgen dan te moeten uitgeven aan R&D, nietwaar? Maar, zegt Vollebergh: ‘waar zijn de resultaten van al die subsidies? Je geeft een bak subsidiegeld en je weet niet waar het toe leidt. Normen werken veel gerichter en veel beter.’ En dan hebben we het grootste voordeel van strenge milieunormen nog niet genoemd: voor de overheid zijn ze gratis.
De effectiviteit van normen blijkt zonneklaar uit dit onderzoek. Direct na de aankondiging van strenge milieunormen voor auto’s werden er veel meer patenten aangevraagd voor radicaal schonere aandrijvingstechnologieën. Bijvoorbeeld technieken die van belang zijn voor elektrische en waterstofauto’s. Strenge normen creëren een nieuw speelveld. Fabrikanten kunnen er onmogelijk aan voldoen met bestaande technieken. Ze móeten dus wel innoveren. Zulke normen moeten met wijsheid worden gesteld (met zicht op de innovatiepijplijn in de industrie), en met een zekere tijdshorizon (zodat de industrie de noodzakelijke investeringen kan doen).
Duurzame innovatie
Een norm die gaat worden gehandhaafd creëert een nieuwe markt. Duurzame innovatie in de auto-industrie kwam pas goed op gang na afkondiging van uitstootnormen waaraan conventionele verbrandingsmotoren niet konden voldoen. Want toen wisten de bedrijven zeker: alleen als we innoveren behouden we onze marktpositie. Maar waarom duurde het stellen van strenge normen voor auto’s zo lang? We weten al een hele tijd dat de industrie in beweging komt bij aankondiging van strenge normen. De Europese Unie stelt al lang eisen aan de energiezuinigheid van allerlei apparaten. Ze heeft gloeilampen en plastic rietjes verboden. Zelfs de vaak gehanteerde uitvlucht: als we te strenge normen stellen, vertrekken bedrijven, blijkt onwaar. Het omgekeerde blijkt zelfs het geval: strenge normen trekken innovatieve bedrijven aan. In de auto-industrie werkte dat eerst in Japan, nu in Europa en de VS.
Toch werken strenge milieunormen nóg beter als ze worden gecombineerd met prijsmaatregelen. Zoals een hoge CO2-belasting. Maar dit werkt niet omgekeerd. Een hoge CO2-belasting alléén stimuleert bedrijven om deze te ontlopen. Om de hoge accijns op brandstof te ontlopen deden autofabrikanten lange tijd vooral onderzoek naar zuiniger auto’s. Niet naar elektrische of hybride auto’s. Dat ligt anders als er ook een strenge norm in het vooruitschiet ligt. Want aan een norm valt niet te ontsnappen, aan belastingen wel. ‘Heldere en toekomstgerichte stringente standaarden geven, zeker in combinatie met accijnzen op brandstof, de gezochte richting aan. Opmerkelijk is dat deze invalshoek juist lijkt te ontbreken in de discussie over de R&D subsidies.’ Aldus Rozendaal en Vollebergh.
Interessant? Lees dan ook:
De kracht van subtiliteit
De oplossingen zijn er al!
Donut economie, of waarom economen meer kennis moeten nemen van technologie