Overal optimistische geluiden over duurzame energie. Volgens een belangrijk wetenschappelijk artikel ‘zal een groener, gezonder en veiliger energiesysteem waarschijnlijk ook goedkoop zijn.’ Veel goedkoper zelfs. Maar officiële stukken blijven nog aan de ‘veilige kant’. Ze zeggen uitdrukkelijk of impliciet dat de groei van duurzame energie spoedig tot stilstand zal komen. Kunnen we dan niet meer optimistisch zijn over de toekomst?
De kosten van duurzame energie dalen snel
Eerst de feiten. Sinds 1956 zijn zonnepanelen meer dan zevenduizend keer goedkoper geworden; en ze dalen nog steeds in prijs. Bij elke verdubbeling van het geïnstalleerde vermogen daalt de prijs van zonnepanelen met meer dan 30%. Dit geldt ook voor windenergie, batterijen en elektrolyse-apparatuur, zij het wat minder sterk. In de tussentijd is de prijs van fossiele brandstoffen min of meer gelijk gebleven. Kerncentrales, ooit een belofte, worden eigenlijk alleen maar duurder.
Toch zijn bijna alle prijsscenario’s van zonne- en windenergie veel te pessimistisch. Zo is bijvoorbeeld een derde van de meest recente IPCC scenario’s gebaseerd op een prijs voor zonne-energie in 2030 die al in 2021 werd gehaald. Bovendien onderschatten de IPCC scenario’s sterk de mogelijkheden voor elektrificatie van de meeste van onze diensten. Als de kosten van elektriciteit dalen, zal deze vaker worden gekozen voor vele activiteiten die nu draaien op fossiele energie; zoals autorijden, ruimteverwarming en stoomproductie in de industrie. En we zullen véél meer warmtepompen gaan gebruiken.
Leercurve
Maar hoewel de autoriteiten terughoudend zijn om de kansen van duurzame energie te erkennen, is deze ongelooflijk hard gegroeid. Nieuwe toepassingen ontstaan voortdurend. Zoals zonnepanelen die vlak op de grond liggen (en daarmee de kosten van een opbouw besparen) of warmtebatterijen gevoed met zonne- en windenergie. Het eind van deze ontwikkeling is nog niet in zicht. We passen bijna sneller innovaties toe dan dat ze worden uitgevonden.
Tot nu toe volgen de kosten van zonne-energie de wet van Wright. Dat wil zeggen: de kosten dalen met een vast percentage naarmate de toepassing stijgt. Dit heet wel een ervaringscurve of leercurve. De kosten dalen naarmate onze ervaring met de technologie toeneemt. Want ervaring gaat samen met inspanning en R&D. De auteurs van het artikel in Science Direct hebben hun kostencurve afgeleid uit meer dan 50 technologieën. Waarom zouden ervaringen bij andere technologieën niet gelden voor duurzame energie? Hun eindconclusie: een groener, gezonder en veiliger energiesysteem is waarschijnlijk ook goedkoper (hun cursivering). Miljarden goedkoper.
Dus wat weerhoudt ons? We zouden in 2050 een energievoorziening zonder fossiele brandstoffen kunnen hebben. Misschien al eerder.
Interessant? Lees dan ook:
Systeemkosten van duurzame energie – het niet-vertelde verhaal
Systeemveranderingen die duurzame energie gaan helpen
Naar spotgoedkope duurzame energie