Na vele jaren schaamteloze scepsis heeft de International Energy Agency eindelijk een positief rapport uitgebracht over duurzame energie; in hun World Energy Outlook 2023. Maar wel met een waarschuwing: we moeten ons nog sterker inspannen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5oC.
Een schone economie in wording
Laten we eerst de zaak benaderen van de positieve kant. De World Energy Outlook 2023 verwelkomt ‘de opkomst van een nieuwe schone economie, geleid door zonnecellen en elektrische auto’s.’ Zoals blijkt uit de volgende gegevens.
- De investeringen in schone energie zijn sinds 2020 met 40% gestegen
- Schone energietechnologieën hebben een sterke positie in de markt
- In 2023 is één op de 5 verkochte auto’s elektrisch; in 2020 was dit nog maar één op de 25
- In 2023 wordt meer dan 500 gigawatt (GW) duurzaam vermogen bijgebouwd – een nieuw record
- Er wordt meer dan $ 1 miljard aan zonne-energie besteed
- De industrie kan snel steeds méér onderdelen maken van een schoon energiesysteem, waaronder zonnepanelen en batterijen voor elektrische auto’s.
De World Energy Outlook 2023 vindt, alles overziend, dat ‘er nog steeds een weg is naar slechts 1,5oC opwarming van de aarde – hoewel erg moeilijk.’ Want voor alle duidelijkheid: we hebben al 1,2oC opgebruikt van de 1,5oC ruimte.
Toch een moeizaam pad
En toch is er ‘nog een grote inspanning nodig voor het Nul-emissie Scenario in 2050, waarbij de opwarming van de aarde wordt beperkt tot 1,5oC.’ Vooral, aldus de World Energy Outlook 2023, gaat het aandeel kolen, olie en aardgas in de wereld-energievoorziening slechts heel langzaam omlaag. Nu is het nog 80%, in 2030 zal het waarschijnlijk nog steeds 73% zijn.
Toch ziet de toekomst er heel wat beter uit dan vroeger, dankzij steeds snellere veranderingen in vele delen van de wereld. In de Verenigde Staten zal in 2030 de helft van alle nieuwe auto’s elektrisch zijn, terwijl men twee jaar geleden nog dacht dat dit 12% zou zijn. In de Europese Unie stijgt de verkoop van warmtepompen snel. In China, het land waar een groot deel van de veranderingen moet plaats vinden, voorspelt men drie keer zoveel zonnepanelen en windturbines op zee dan twee jaar geleden.
De rol van China is belangrijk
China speelt een belangrijke rol on de omschakeling. De afgelopen tien jaar vond de meeste groei van fossiele brandstoffen (en CO2 uitstoot) plaats in China. Maar nu is de groei lager, vooral in energie-intensieve sectoren als cement en staal. Bovendien spant China zich sterk in; in 2022 nam het de helft van al het nieuwe zonne- en windvermogen voor zijn rekening. En nu zijn economische groei afvlakt, zou dit kunnen helpen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5oC.
Maar, aldus de World Energy Outlook 2023, de taak voor opkomende en ontwikkelingseconomieën is nog belangrijker. China en de ontwikkelde landen Hoeven zich alleen maar meer in te spannen; ontwikkelingslanden moeten wel vijfmaal zo veel gaan investeren. Daardoor is meer internationale steun nodig. Ontwikkelingslanden hebben ‘schone elektrificatie, efficiencyverbeteringen en omschakeling naar brandstoffen met heel weinig of nul koolstof’ nodig – een hele stap vanaf de bestaande situatie.
Nog meer inspanning nodig
De productie van zonnecellen moet worden gespreid over meer landen. En natuurlijk moet niet alleen de opwektechnologie veranderen. Duurzame bronnen hebben een geheel andere infrastructuur nodig. Landen moeten hun hoogspanningsnet uitbreiden en versterken, en nieuwe energieopslag bouwen. We moeten ook investeren in technologieën voor vraagrespons, batterijen voor flexibiliteit op korte termijn, en nog meer technologieën voor de lange termijn. Samen zouden deze inspanningen de deur open kunnen houden voor 1,5oC temperatuurverhoging.
Maar vroeger zei het IEA iets heel anders
Deze positieve formuleringen zijn heel anders dan wat het IEA vroeger zei. Tot voor kort vonden ze dat nieuwe energietechnologieën verre zouden tekortschieten. Vijftien jaar lang, tot zelfs 2020, voorspelde het IEA elk jaar dat zonne- en windenergie niet meer zouden groeien. Alleen deden ze dat wél – elk jaar bleef de groei hoog. 2020 was een recordjaar voor duurzame energie. Er kwam wel 45% bij, vergeleken met 2019. En eindelijk deed het IEA 25% bij zijn voorspellingen.
Een deel van het verhaal is dat het IEA in zijn World Energy Outlook altijd de kapitaalkosten van zonne- en windenergie heeft overschat; de belangrijkste kostenfactor. Maar toen ‘ontdekten’ zij dat veel landen duurzame energie ondersteunen; vooral door kapitaalrisico’s af te dekken. Uiteindelijk erkendende ze deze steun in hun prijsvoorspellingen. En toen was zonne-energie ineens de goedkoopste vorm van elektriciteit.
Een nieuwe vraag
Nu zijn de prijzen van zonne-energie zo ver gedaald dat dit niet langer wordt betwist. Volgens de World Energy Outlook 2023 gaat het debat nu vooral over de vraag of consumenten, bedrijven en landen hun energiegewoonten willen veranderen en de investeringen willen opvoeren. Wat is het ons waard, een Aarde zonder risico’s van hittegolven en overstromingen? Dat is de vraag voor ons in de komende jaren.
Interessant? Lees dan ook:
Energievoorspellingen
Zonne- en windenergie: meer erkenning
Perspectief op duurzame energie verandert snel