Ik weet niet hoe de Nederlandse overheid tegen haar rol aan kijkt in het proces van de ontwikkeling van de biobased economy. Waarschijnlijk als initiator, inspirator en richtinggever. Daar is ook wel iets voor te zeggen. Samen met VNO ontwikkelde het ministerie (EZ) het topsectorenbeleid met als doel, innovatie bij het Nederlandse bedrijfsleven te bevorderen door meer wetenschappelijk onderzoek ten dienste van de ondernemingen te stellen. Dat het meer een idee is dan een stevig financieel onderbouwd plan, laten we hier even voor wat het is, evenals het feit dat meer en meer gezichtsbepalende wetenschappers waarschuwen voor afbraak van het lange-termijn en fundamentele onderzoek ten gunste van de korte termijn.
Nieuw industrieel elan
Maar de grotere push tot innovatie die dit topsectorenbeleid met zich mee kan brengen, is misschien net wat het Nederlandse bedrijfsleven nodig heeft. Hoewel, als we naar de groene economie kijken is er veel geestdrift bij ondernemend Nederland. Ook regiobestuurders zien de mogelijkheden voor hun provincie of hun gebied best wel. Ik denk zelfs dat de centrale overheid de biobased economy wel ziet oplossing voor een nieuw industrieel elan op de langere termijn, maar ze heeft met zoveel andere belangen rekening te houden. Belangen die al veel langer bestaan en veel machtiger zijn. Minister Kamp was van plan om de opening te verrichten van de zevende netwerkbijeenkomst biobased economy op 12 december in Breda, maar was er tenslotte toch niet. Van minister Verhagen heb ik zo’n plan zelfs nooit gehoord.
Maar hoewel Roel Bol, de ambtelijke bovenbaas van het ministeriële apparaat voor de biobased bemoeienis, deze week bij de opening van de netwerkbijeenkomst geroemd werd als de ‘founding father’ van de Nederlandse biobased economy, was het verzamelde Nederlandse bedrijfsleven niet enthousiast over de overheid. Bij de vraag van de gespreksleider of de overheid wel genoeg deed om de nieuwe groene ondernemingen te helpen in hun ongelijke strijd tegen de moloch van het al een eeuw bestaande fossiel-industriële complex, werd een zee van rode kaarten ten antwoord opgestoken. Hetzelfde gold voor vragen over hulp bij internationale zaken. Dat moet voor Roel Bol op het podium geen prettig gezicht geweest zijn. Of misschien kan hij het wel goed gebruiken bij zijn niet aflatende pogingen om de biobased economy op de kaart te zetten.
Bel Roel
Desondanks deed hij wat hij kon en meldde zijn gehoor dat iedereen die op tegenstand stuitte bij het nemen van initiatieven in de biobased economy hem maar moest bellen voor hulp. En dat is niet de eerste keer dat Roel publiekelijk pal stond voor de nieuwe economie. Bijna twee jaar geleden – zo kort geleden nog maar – toen er nog nauwelijks sprake was van een biobased economy, zei hij letterlijk hetzelfde bij de presentatie van het rapport van het Rathenau Instituut. Heeft het geholpen? Ik weet het niet. Misschien in individuele gevallen. In ieder geval niet voor de nieuwe bedrijfstak als geheel want die was – zoals gezegd – eerder deze week nog massaal negatief over prestaties van de overheid. Maar die overheid is wel actief; een jaar geleden zijn knelpunten benoemd en bestudeerd in een werkgroep. Er waren heel wat belemmeringen. Op allerlei terreinen. En dat is voorlopig het laatste wat ik er van gehoord heb. Misschien zou het goed zijn wat vaart te zetten achter het gelijke speelveld. Dus, massaal Roel bellen.