Willem Sederel, directeur van de Biobased Delta, laat er geen twijfel over bestaan dat hij de biobased economy ziet als hét ontwikkelingsmodel voor de groene industrie van de toekomst. Maar hij zegt tegelijkertijd: ‘We zitten in een overgangsfase; over dertig jaar gebruiken we nog steeds fossiele grondstoffen. We moeten op korte termijn geen overspannen verwachtingen hebben van de biobased economy.’
De eerste commerciële fabrieken
Willem Sederel is net terug van het BIO World Congress on Industrial Biotechnology and Bioprocessing in Montreal als hij ons te woord staat, nog maar net bekomen van zijn jetlag. Er is veel activiteit in de biobased economy in de VS en Canada, meldt hij. De eerste commerciële fabrieken worden gebouwd: zowel Myriant en BioAmber, als Genomatica en BASF bouwen een full-scale fabriek voor productie van barnsteenzuur en 1,4 butaandiol uit groene grondstoffen. Tweede-generatie ethanol komt op de markt, onder meer in een nieuwe fabriek van POET en DSM. Maar tegelijkertijd meldt de markt: andere tweede-generatie chemicaliën zijn nog ver weg.
Europa was in Montreal nadrukkelijk aanwezig. Het Nederlandse Paviljoen op initiatief van BE-Basic liet zich duidelijk zien. En het Franse IAR (van het grote onderzoekcentrum Les Sohettes in Pomacle bij Reims) toonde dat zij een geduchte partij zijn in de biobased ontwikkelingen. ‘De invloed van schaliegas is vooral in de VS duidelijk merkbaar. We krijgen veel ethaan en in mindere mate propaan op de markt, waaruit natuurlijk etheen en propeen wordt gemaakt. Ik verwacht in de komende periode veel startups van bedrijven die grote moleculen gaan maken uit kleinere. Toch gaat er een tekort ontstaan aan C4-chemicaliën en hoger, evenals aromaten, die niet gemakkelijk uit schaliegas te maken zijn. De prijzen van stoffen als isopreen, butadieen en aromaten stijgen. Daarom is de productie van aromaten uit biomassa een goed thema voor biobased onderzoek en bedrijvigheid – of deze stoffen nu worden gemaakt uit suikers, uit lignine, of uit een combinatie van beide (lignocellulose). Dit is nadrukkelijk een thema in de Biobased Delta, opgepakt in een samenwerking tussen de Green Chemistry Campus, TNO, en het Vlaamse onderzoeksinstituut Vito.’
Groene nafta
‘De productie van groene nafta is een andere variatie op dit thema. We kunnen deze bijvoorbeeld maken vanuit pyrolyse-olie, die we dan dus niet behandelen als brandstof, maar als chemische grondstof. Deze moet worden behandeld met waterstof om het teveel aan zuurstof te verwijderen. Als de zuurgraad in orde is, kan pyrolyse-olie fungeren als drop-in in de petrochemie. Neste Oil in Rotterdam bewandelt dezelfde route vanuit restvetten.’
‘We zitten daarom nog met een lange periode waarin bio en petro naast elkaar bestaan. We kunnen niet verwachten dat de biobased economy in korte tijd geheel gaat doorbreken. We moeten onze verwachtingen realistisch houden en er geen hype van maken.’
Geen witte jassen op de boerderij
‘Ik verwacht ook niet dat er op korte schaal grote verschuivingen zullen plaats vinden in de structuur van onze industrie. Natuurlijk ken ik de vergezichten van voorbewerking van de oogst op de boerderij of in een coöperatie van boeren. Maar dat zullen geen zelfstandige industriële activiteiten worden. Boeren zullen zich zeker voorlopig beperken tot het verzamelen van agrarische reststromen, en de opslag daarvan in een houdbare vorm; vooral door ontwatering, want transport van 75% water is geen aanlokkelijk perspectief. Het gaat erom dat de boer waarde toevoegt, ik verwacht niet dat hij in een witte jas gaat rondlopen. Volgens mij zullen we ook de opkomst zien van mobiele units, die boerderijen of coöperaties bezoeken om deze voorbewerkingen uit te voeren. Zoals Grassa die ontwikkelt in Nederland. In Canada heb ik mobiele pyrolyse-units gezien, zij het wel op coöperaties die veel groter zijn dan de gemiddelde Europese boerderij.’
‘De biobased economy gaat het absoluut maken. Onze chemische industrie heeft behoefte aan grondstoffenzekerheid, en de landbouw kan die leveren. Maar we gaan eerst een lange periode tegemoet waarin petro en bio naast elkaar bestaan.’ Aldus Willem Sederel.