Emmo Meijer: Nederland doet niet meer mee

‘Het idee dat we in ons land moeten investeren in onderzoek wordt niet meer omarmd in overheidskringen. Er zijn nauwelijks ter zake deskundige ambtenaren die er enig idee van hebben hoe belangrijk R&D is. De politiek wil het niet begrijpen, en het respect voor de wetenschap lijkt in ons land verloren gegaan. We geloven niet meer dat wetenschap de motor van vooruitgang is. Europa heeft het inmiddels beter begrepen, maar Nederland is de zwakke plek.’

Emmo Meijer
Emmo Meijer

Onderzoek als kostenpost
Emmo Meijer, directeur R&D van Royal FrieslandCampina, onder meer buitengewoon hoogleraar en toezichthouder van enkele universiteiten in Nederland en België, voorzitter van het Nederlandse TKI Agri & Food, lid van de AWT en de strategy board van de Europese KIC Food, is er erg ongerust over: ‘We komen in Nederland zeker een miljard tekort voor kennisontwikkeling en innovatie. Vooral sinds de FES-gelden daar niet meer voor worden gebruikt. In het topsectorenbeleid, dat ons werd verkocht als een nieuwe frisse aanpak – in feite is het meer een bezuinigingsoperatie – was voorzien dat de private investeringen dat zouden gaan opvangen. Maar in Nederland zien we R&D niet als investeringen. Eerder als een kostenpost. Zo is onderzoek dan ook opgenomen in de CPB-modellen. Zo kijkt de politiek er ook naar, en bovendien kijkt deze telkens maar naar de effecten over een periode van vier jaar. Zo krijg je natuurlijk nooit welke vorm van wetenschaps- en innovatiebeleid dan ook op poten gezet.’

Geen respect meer voor de wetenschap
In de uitwerking van het topsectorenbeleid werd gesuggereerd dat kennisinstellingen en bedrijven het geld voor hun onderzoek maar uit Europa moesten gaan halen. Inderdaad komt het innovatieve onderzoek er in het Europese ‘Horizon 2020’ programma tamelijk ongeschonden uit; en het is, ondanks de bureaucratische rompslomp, een goed programma waar Nederland inderdaad veel uit kan halen. Ons kennissysteem is namelijk nog steeds heel goed, al kan het in gevaar komen wanneer bezuinigingen blijven aanhouden.

Boeren zijn mede-eigenaar van FrieslandCampina
Boeren zijn mede-eigenaar van FrieslandCampina. Het bedrijf beschouwt dit als een van haar sterke punten. De Nederlandse landbouwsector wordt gekenmerkt door een sterke organisatie, van boer tot landbouwuniversiteit

Een veel groter probleem is misschien wel dat in de afgelopen decennia het respect voor de wetenschap in Nederland verloren is gegaan. Zowel bij het publiek als bij de overheid. Wetenschap is één van de vele meningen geworden, niet belangrijker dan de persoonlijke opvatting van wie dan ook. Breed gedragen respect is een gevoel dat maar moeilijk is terug te brengen en te herstellen. Dat het belang van de wetenschap in de samenleving is teruggelopen blijkt ook uit het feit dat er bij de overheid nog maar weinig ter zake deskundige ambtenaren zijn. Het gaat tegenwoordig meer over het beleidsproces dan over de inhoud, en met nieuwe bezuinigingen in het vooruitzicht voorspelt dit weinig goeds. De unieke positie van de Nederlandse Agri & Food sector, en haar hoge kennisniveau waar de biobased economy prima bij kan aanhaken, heeft veel te danken aan de deskundigheid van het vroegere ministerie van LNV dat nu geïntegreerd is in EZ. Universiteiten sturen op kwaliteit en dat heeft ook de Agri & Food sector op haar hoge niveau gebracht. Maar daar moet je wel constant aan werken, en kennisijver wordt in Nederland niet meer gewaardeerd.

Rol voor de regio’s
Emmo kijkt, als bestuurder van een internationaal voedingsbedrijf, met een internationale blik naar onze Agri & Food sector en constateert dat Nederland een bijzondere positie inneemt: we zijn namelijk, na de VS, de grootste exporteur van voedingsmiddelen ter wereld. Om die positie te behouden investeert de voedingssector zelf wel sterk in onderzoek in Nederland, zegt hij. Dat is het bedrijfsleven, maar wat doet de overheid? Om het gebrek aan slagkracht bij de rijksoverheid te compenseren, verschuift de aandacht naar de regio’s. Die hebben vaak nog geld – van de verkoop van provinciale energiemaatschappijen – en zien kennelijk beter in dat investeren in kennisontwikkeling een goede zaak is. Zie bijvoorbeeld de Limburgse ambities. Bovendien staan ze dichter bij het MKB, en in deze sector bestaat het bedrijfsleven voor meer dan 90% uit kleinere bedrijven. Dat MKB is er inmiddels zelf ook van overtuigd dat ze niet meer in Den Haag moeten zijn. Maar hoe de regio de innovatieregie ook probeert over te nemen, en hoe goed ze ook inspelen op de Europese structuurfondsen, ze kunnen geen wetenschapsbeleid in stand houden. Dat is een zaak van de rijksoverheid. En die doet dat niet goed.

(Visited 5 times, 1 visits today)

Plaats een reactie