‘Een verplicht percentage biobrandstoffen in de nationale mix van motorbrandstoffen is onzin. Je dwingt consumenten op een markt die ze niet willen. Een verplichting is een verjaard instrument uit de planeconomie.’ Zegt Michiel Keyzer, hoogleraar economie en directeur van de Stichting Onderzoek Wereldvoedselvoorziening van de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Biobrandstoffen kunnen de klimaatverandering niet keren
Michiel Keyzer volgt het debat over biobrandstoffen al sinds hij in de zeventiger jaren in een project voor de Club van Rome werkte. Hij is van mening dat biobrandstoffen door het inflexibele karakter van de vraag bijdragen aan toenemende prijsschommelingen op de wereldvoedselmarkt, wat ten koste gaat van de armste groepen van de wereldbevolking. ‘Bovendien,’ zo denkt hij, ‘zullen biobrandstoffen de klimaatverandering niet kunnen keren. Van alle producten die je uit de landbouw kunt maken hebben ze ook de laagste waarde, en het is dus zonde om die biomassa te gebruiken voor energie. De grenzen van de biobrandstoffen komen nu al in zicht. De processen om biobrandstoffen te maken zijn nog eens niet erg innovatief. En tenslotte is ethanol ook nog een slechte motorbrandstof.’
Het is niet zo dat consumenten om biobrandstoffen vragen. Ze worden gedwongen ze te kopen via de bestaande praktijk van verplichte bijmenging. Soms staat het bijmengingspercentage op de pomp zoals bij E10 maar hoeveel er bijvoorbeeld in Euro95 of in Diesel zit wordt niet vermeld en het gesol in Europa met verschillende pompen en met verschillende bijmengpercentages voor verschillende biobrandstoffen van verschillende oorsprong (enkel- en dubbeltelling en zelfs vierdubbeltelling) doet ook al geen goed aan de transparantie. Veel Europese alcoholproducenten hebben geïnvesteerd in ethanolcapaciteit door de verwachtingen die door de Europese Commissie zijn geschapen. Maar tot nu toe is dit allemaal eerste-generatie ethanol (uit eetbare grondstoffen); de tweede generatie alcoholproductie komt in Europa niet van de grond door de onzekere verwachtingen omtrent het beleid. En misschien is dat maar beter ook, vindt Michiel Keyzer, dan kunnen we andere producten gaan maken uit de groene grondstoffen.
Niet willen zien hoe het zit
‘Een bijmengverplichting zoals die nu door Europa wordt gehanteerd, verstoort de markt,’ aldus Michiel Keyzer. ‘Bovendien houdt deze verplichting de klassieke verbrandingsmotor in stand en daar moeten we juist vanaf, klimaattechnisch gezien. Maar ja, de automobielindustrie is daar nog niet echt klaar voor en vloeibare brandstoffen zijn gemakkelijk. Vele partijen hebben er belang bij, zoals de haven van Rotterdam, de Franse boeren en de Duitse automobielindustrie; samen een machtige lobbygroep die de Europese bijmengverplichting in stand wil houden. En daar komen de oliemaatschappijen nog bij. Zij zijn vóór biobrandstoffen, omdat deze het benzine- en dieseltijdperk verlengen. Het zwalkende beleid in Europa en de VS met betrekking tot CO2-emissies en bijmengverplichting geeft lobbyisten in Washington en Brussel alle mogelijkheden tot vertragingsacties. Des te meer omdat ambtenaren en politici, niet zien, of niet willen zien, hoe het zit. En het beleid speelt een doorslaggevende rol: zonder een verplichting vallen in Europa biobrandstoffen snel weg. Zelfs verwerking van reststromen als frituurvet wordt dan voor de oliemaatschappijen door de kleine schaal vaak onrendabel. Kort geleden heb ik samen met Alex Halsema in een artikel recente ontwikkelingen rond deze bijmengverplichting besproken. ‘
‘Niet doen dus die bijmengverplichting,’ zegt Michiel Keyzer. ‘Die verplichting moedigt ook landaankopen door grote bedrijven aan omdat biobrandstof grootschalig en zonder voedselveiligheidseisen kan worden voortgebracht. Het juiste instrument om het klimaat te verbeteren en de kooldioxide-uitstoot aan banden te leggen is CO2-emissiehandel op een redelijk niveau van uitstoot. Die kan alleen worden bereikt door zware onderhandelingen, die vooral gaan over de verdeling van uitstootrechten tussen landen in de tijd.’ China en India willen bijvoorbeeld graag voorlopig een ‘CO2-krediet’. Hun standpunt is dat de rijke landen door hun modernere technologieën en hun grotere kapitaalvoorraad gemakkelijker aan de klimaatdoelstellingen kunnen voldoen en ook meer aan de verkoop van nieuwe technologie verdienen. ‘Gun ons dus de tijd om thuis de armoede te bestrijden en de technologie te verbeteren, bij klimaatbeheersing komt het echt niet op een paar jaar aan,’ zo stellen zij. ‘Dan kunnen we daarna des te beter meewerken. Leg klimaatverplichtingen daarom niet op jaarbasis op, maar gebruik een langer tijdvak, bijvoorbeeld een decennium.’
Armoedebestrijding
Een goed werkende CO2-markt kan ook een instrument zijn voor armoedebestrijding. In een recent artikel betogen Michiel Keyzer en anderen dat armen er een ‘basisinkomen’ uit kunnen krijgen. Stel zo zeggen de schrijvers, dat een arme sloeber A jaarlijks even veel emissierechten in eigendom krijgt toegewezen als zijn er op los levende buurman B; en dat alle emissierechten op een veiling in de vorm van licenties aan de industrie worden doorverkocht. A en B verdienen hetzelfde bedrag uit de veiling, maar wanneer de kosten van die licenties in de consumptieprijzen worden doorberekend, wordt A netto ontvanger en B netto betaler van deze transactie, omdat A veel minder uitgeeft aan goederen waarvan de prijs is verhoogd met licentiekosten. A’s netto opbrengst uit de veiling is het bedoelde basisinkomen.
‘Momenteel functioneert de CO2-markt echter bij lange na niet. De huidige prijs van nog geen € 4 per ton CO2 is veel en veel te laag om kooldioxide-emissies tegen te gaan. Maar zo lang er nog geen goed werkende markt van CO2-uitstootrechten is, kunnen we een behoorlijke prijs per ton uitstoot bereiken via een zelfopgelegde CO2-belasting. De hoogte daarvan moet in eerste instantie op de tast en op basis van modelberekeningen worden vastgesteld, en vervolgens met praktische ervaring worden aangepast. Een stevige CO2-prijs leidt tot innovaties waar we iets aan hebben. Er zal wel enige biobrandstof overblijven (voornamelijk uit reststromen), maar veel zal het vermoedelijk niet zijn. Dus, verhoog die CO2-prijs, en bestem de opbrengst voor armoedebestrijding.’
Voor alle verbeterende maatregelen is een goed functionerende landbouw een essentiële voorwaarde, zegt Michiel Keyzer. ‘Het bedrijfsleven en de banken investeren niet risicodragend in de landbouw. Dat moet wel gaan gebeuren, willen we de biobased economy echt van de grond krijgen.’
Zie ook: Keyzer M.A., B.G.S.J. Sonneveld and W.C.M. van Veen. Valuation of natural resources: efficiency and equity. Journal of Development Practice 19 (2): 233-239, 2009.
Halsema, A.N., and M.A. Keyzer (2013). Biofuels mandate of the EU to be preserved by legislative deadlock? The European Parliament’s Amendment in an international perspective. http://sow.vu.nl/pdf/Brief%20biofuels_September%202013.pdf