Schone technologie is veel meer dan CO2-arm, met veel meer economische potentie

Schone technologie (Engels: cleantech) heeft veel meer economische potentie dan alleen duurzame energietechnologie. Economen hebben veel onderzoek gedaan naar de effecten van klimaatbeleid; de meesten komen tot pessimistische conclusies, omdat zij aannemen dat klimaatbeleid geld gaat kosten en veel bijsturing door de overheid nodig heeft. Maar door hun eenzijdige aandacht voor energie zien ze vaak niet dat schone technologie het perspectief totaal kan veranderen – misschien gaan consumenten er wel om vragen!

Mobiele telefoon
Mobiele telefoons zijn een zeer succesvolle technologische vernieuwing.

Economen zijn doorgaans sceptisch

Het is duidelijk dat producten waarnaar koopkrachtige vraag bestaat, veel meer economisch groeipotentieel hebben dan producten die alleen door beleid worden gesteund. Laten we de smartphone en de driewegkatalysator eens vergelijken, allebei wonderen van techniek. De mobiele telefoon en later de smartphone hebben vele innovatieketens in het leven geroepen, waarvan vele sectoren hebben geprofiteerd: ontwerpers en constructeurs van hardware en software, netwerkbedrijven en velerlei ontwikkelaars. Deze apparaten hebben het economische landschap diepgaand veranderd. Klanten vroegen ernaar, daarna vroegen ze meer en beter; mogelijk gemaakt door een voortdurende stroom van innovaties in netwerken, toestellen en apps. Kortom, heel anders dan bij apparaten die alleen door beleid worden gesteund, zoals driewegkatalysatoren: nog steeds gebruikt, maar niet de bron van mooie economische ontwikkelingen. Economen hebben meestal driewegkatalysatoren en geen smartphones in gedachten als zij de gevolgen van klimaatbeleid onderzoeken.

Driewegkatalysator
De driewegkatalysator, ook een zeer slim technologisch apparaat, heeft niet veel economische spin-off gebracht.

In hun opleiding leren economen om de wereld door een sceptische bril te bekijken. ‘There are no free lunches’ is de beroemde kortste formulering van de economische wetenschap; en daarom kijken economen misschien wel sceptisch de andere kant op als er echt vrije maaltijden worden geserveerd, zoals bij mobiele telefoons. Economen zijn notoir slecht in het voorspellen van doorbraken en zelfs in het zien van het belang ervan terwijl ze al aan de gang zijn; en toch kunnen we het erover eens zijn dat doorbraken uiterst belangrijk zijn voor economische ontwikkeling. De scepsis die het denken van economen verduistert is bijvoorbeeld goed te zien in het rapport van de Europese Investeringsbank (EIB) ‘Investment and growth in the time of climate change’ (2012). Een van de belangrijkste conclusies is dat veel korte-termijn klimaatmaatregelen inefficiënt zijn en daarom op de lange termijn niet werken; en daarom denken de auteurs dat het goed zou zijn, ‘alle klimaatmaatregelen te onderwerpen aan een groei-vriendelijkheidstest, om de focus te verschuiven van effectiviteit op de korte termijn naar efficiency op de lange termijn’ (p.216). Stel je eens voor dat ze dit zouden vragen op het gebied van ICT! De reden voor deze beleidsaanbeveling ligt diep in het rapport verscholen, en luidt: ‘Tot nu toe voorzien groene technologieën niet erg in nieuwe behoeften; ze vervangen eerder goedkope en veelzijdige energie (bijv. olie) door schonere alternatieven. Daarom zullen groene technologieën, in tegenstelling tot ‘verruimende’ technologieën uit het verleden, afhankelijk zijn van overheidsbeleid en niet van consumentenvoorkeuren’ (p.174). Kortom, omdat zonnecellen en windturbines een al bestaand product maken (d.w.z. elektriciteit), zal hun doorbraak op de markt niet komen van consumentenvraag, en zal de overheid hen een zetje moeten geven. En omdat zulke zetjes van de overheid vaak ondoelmatig zijn, moeten deze een ‘groei-vriendelijkheidstest’ ondergaan.

Zonnepanelen
Zonnepanelen bieden gewoon meer van hetzelfde, zegt EIB.

GIGO-denken in de economische wetenschap

Dit is een duidelijk voorbeeld van het GIGO-denken (Garbage In, Garbage Out) waarvan veel economen last hebben. De conclusies van het rapport komen niet voort uit het onderzoek maar uit de probleemstelling. De auteurs betwijfelen dat klimaatbeleid positieve economische effecten heeft, niet omdat dat uit hun onderzoek blijkt, maar omdat zij bij voorbaat hebben aangenomen dat schone technologie ondersteund moet worden met beleid. Een vergelijkbare vorm van GIGO-denken vinden we in het rapport van het Nederlandse Centraal Planbureau (CPB) over groene groei. Het rapport vindt dit een onzinnig begrip, te idealistisch. Maar bij nader toezien is hun enige argument hiervoor hun aanname dat een groene ontwikkeling altijd extra kosten voor het bedrijfsleven met zich mee zal brengen; en daaruit trekken de auteurs direct de gevolgtrekking dat groene investeringen weinig betekenen voor de economie, omdat kapitaal geïnvesteerd in ‘groene’ sectoren (wat daar groei oplevert) onttrokken moet worden aan andere sectoren (waardoor daar de groei stagneert) (p.24). Maar om tot die conclusie te komen hadden ze niet een heel rapport hoeven te schrijven! Wat ons begrip te boven gaat is dat deze onderzoekers, die zeggen wetenschapsmensen te zijn, niet kritisch genoeg zijn voor zichzelf en zich er niet van bewust zijn dat hun conclusies al voorgevormd zijn in hun probleemdefinitie of in hun beeld van de economie. Nu zijn organen als EIB en CPB niet echt onafhankelijk. Ze worden (gedeeltelijk) betaald door overheden en zouden tot de orde geroepen worden als hun rapporten ineens groen beleid zouden ondersteunen. Maar dit is geen excuus voor wetenschappelijk prutswerk.

Schone technologie als economische motor

Dus misschien moeten we ons oor niet te luisteren leggen bij economen om de waarheid te vinden over schone technologie. Voor de meeste economen is technologie een onbekend gebied; in macro-economische modellen is technologische ontwikkeling niet meer dan een constante factor. In werkelijkheid is er erg weinig constants in technologische ontwikkeling, deze komt en gaat in golven. De ICT-ontwikkeling raakt nu uitgewerkt. Sommige auteurs denken dat schone technologie de motor van de volgende golf zou kunnen zijn. Hiertoe behoren ook duurzame energietechnologieën, maar het veld is veel en veel groter. Op terreinen als landbouw, chemische en high-tech industrieën, watertechnologie, gezondheidszorg, vervoer en energie is zachte en schone technologie volop in ontwikkeling. Niet alleen ontwikkeld door onderzoekers, maar ook ongeduldig afgewacht door producenten en consumenten. De gemeenschappelijke noemer van deze technologieën is ‘meer met minder’: meer (vooral ook kwalitatief betere) resultaten met minder input. De auteurs van bovengenoemde rapporten hebben niet de moeite genomen om hiernaar te kijken. En daarom hebben ze het essentiële punt gemist, dat het gecombineerde resultaat van de inspanningen in deze zeer uiteenlopende sectoren een scala aan nieuwe producten kan opleveren, kwalitatief beter dan de huidige, en daarom misschien ook wel de motor van nieuwe economische ontwikkelingen. Een technologische revolutie die op den duur zelfs de driewegkatalysator overbodig kan maken – per slot van rekening niets meer dan een end-of-pipe oplossing voor de problemen van een overleefd apparaat, de interne verbrandingsmotor. De economen hadden slechts buiten het energieterrein hoeven te kijken om dit aan te voelen.

Hebben we dus bewezen dat schone technologie de nieuwe economische motor gaat worden? Nou, dit is een eerste poging. We zullen komen met meer voorbeelden, zowel uit de industrie als het wetenschappelijk onderzoek. Maar we hopen dat we voor nu wat van de sceptische visies op een zowel welvarende als duurzame toekomst hebben ondermijnd.

(Visited 11 times, 1 visits today)

1 gedachte over “Schone technologie is veel meer dan CO2-arm, met veel meer economische potentie”

  1. Zachte en schone technologie zijn inderdaad (volop?) in ontwikkeling. Probleem is dat bestaande technologie de nieuwe zachte en schone technologie voorlopig nog wel buiten de deur zal weten te houden! Het zou goed zijn als zachte en schone technologie zich zou vertalen richting lokale kleinschalige productie gedreven door kennisintensieve hoogwaardige arbeid.

    Beantwoorden

Plaats een reactie