Gebruik hout niet alleen voor energie, zeggen WNF en de Mondi Groep, een internationaal bedrijf in papier en verpakkingsmaterialen, in een recent rapport geschreven door nova-Institut en IEEP, het Institute for European Environmental Policy. Dit is opmerkelijk, want veel andere milieugroepen vinden juist dat er meer biomassa gebruikt moet worden voor energie; maar WNF, het Wereld Natuur Fonds, zet bescherming van de bossen op de eerste plaats. Hout moet worden gebruikt, hergebruikt en gerecycled, zegt WNF, en alleen in de laatste fase gebruikt voor het maken van energie. Maar in veel landen doet het beleid precies het omgekeerde: het leidt hout naar de energiesector, geen goed gebruik van deze waardevolle duurzame bron.
Het klimaatprobleem overschaduwt alle andere duurzaamheidsvragen, en dat blijkt uit prioriteiten in nationaal en internationaal beleid. Het verbranden van hout, of de omzetting in brandstoffen, krijgt veel meer ondersteuning door overheidsbeleid dan andere toepassingen. Maar ook als hout voor iets anders worden gebruikt, zoals meubels, bioplastics of papier, kan het aan het eind van zijn levensloop nog altijd worden verbrand en daarmee bijdragen aan klimaatbeleid. Door ‘cascadering’, waarbij de meest waardevolle toepassing voorop wordt gezet, zou de grondstof nog steeds bijdragen aan vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, maar met een zekere vertraging – en dat is niet waar de makers van klimaatbeleid op uit zijn. Daarom hebben zij beleid ontwikkeld om hout te lokken of te leiden naar energieproductie, en daar verzet het WNF zich nu tegen. ‘De vraag naar materialen en energie uit hout gaat naar verwachting driemaal zo groot worden tussen 2010 en 2050. We hebben innovatie nodig, zodat we meer producten kunnen maken uit minder grondstoffen en op die manier de druk op onze bossen kunnen verlichten,’ zegt Emmanuelle Neyroumande, manager Forest Product Consumption & Footprint bij WNF Internationaal.
WNF zet het beschermen van de bossen voorop
Het rapport is uitgebracht net nu de Europese Commissie begint na te denken over de duurzame bio-energiestrategie na 2020. Efficiënter gebruik van hout zou de kern van deze strategie moeten zijn, volgens WNF en Mondi Groep in hun rapport Mapping Study on Cascading Use of Wood Products. Terwijl vele milieugroepen erop aandringen, meer biomassa te gebruiken in de energiesector, zet WNF het beschermen van de bossen voorop; het wijst op de kansen van cascadering, die beide doeleinden zou kunnen dienen: klimaatbeleid én bescherming van bossen.
Maar cascadering is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het Europese beleid streeft al cascadering na – maar eerder in woorden dan in doeltreffende maatregelen. De onderzoekers hebben gekeken naar de doeltreffendheid van cascaderingsbeleid in vijf Europese landen en ontdekten dat dit in geen van de landen goed werkte, om steeds verschillende redenen. In landen met veel binnenlands hout zijn er erg weinig redenen om hout goed te recyclen. In Polen is er bijvoorbeeld nauwelijks houtrecycling; in Spanje wordt cascadering belemmerd door gebrek aan integratie van beleid op verschillende terreinen. Finland en Duitsland hebben wel regelingen voor cascadering en recycling van hout. In Duitsland, waar 50% van het houtaanbod (vers of gerecycled) wordt gebruikt voor bio-energie, staat er al veel druk op de bossen; als de vraag nog gaat groeien kan deze alleen worden gedekt door import, door betere cascadering, of door het aanplanten van meer bos.
Averechtse effecten van bestaand beleid
In het Verenigd Koninkrijk schiet vooral het afvalverwerkingsbeleid tekort. Veel afval wordt nog altijd gestort. Het VK voert veel gerecycled papier uit en zelfs huishoudelijk afval. De auteurs vinden dit een gemiste kans in termen van waardevermeerdering en het scheppen van nieuwe banen. Finland neemt een aparte positie in, het produceert veel hout en voert het merendeel uit. Zo te zien geen bezwaar om het te gebruiken voor energie. Maar ook hier laat de eenzijdige nadruk op energie zijn sporen na. Een gloednieuwe fabriek van UPM in Lappeenranta maakt diesel uit ruwe tallolie. De economische basis hiervoor is de classificatie als afval van tallolie, een nevenproduct van het maken van pulp uit naaldhout; ‘daardoor kan de diesel die daaruit wordt gemaakt, dubbel tellen in de biobrandstoffenquota, en worden vrijgesteld van vrijwel alle duurzaamheidseisen’ (p.17). Maar dit ‘leidt tot een tekort aan deze waardevolle grondstof, die door de naaldhoutindustrie al eeuwen lang wordt gebruikt’; een averechts effect van het bestaande biobrandstoffenbeleid. En in Duitsland, waar de recycling van hout goed is georganiseerd en breed wordt gesteund, wordt het meeste van dit gerecyclede hout verwerkt tot energie of brandstoffen, als gevolg van de Europese brandstoffenrichtlijn.
Het rapport roept op tot Europees beleid met meer nadruk op cascadering van hout, en op praktische beleidsinstrumenten hiervoor. Het vraagt om een breed aanvaarde definitie van cascadering bij beleidsmakers, en betere integratie en invoering van bestaand bio-energie- en afvalbeleid.